De zigeunerwagen van Sophie
Een verhaal over bouwen, vallen, helen en beginnen
In 2021 schreef ik De zigeunerwagen van Sophie als afronding van mijn NLP Master Practitioner. Het is een metafoor — over Sophie, haar wagen en Timmy — en bevat veel van mijn persoonlijke groei; ieder onderdeel is een stukje van de reis die ik heb mogen afleggen.
Het sprookje gaat over de buitenkant en dat je soms precies weet hoe je die wilt laten zien: kleurrijk, netjes, op orde. En dat het vanbinnen nog rommelig, scheef, of zelfs pijnlijk voelt. Het kan spannend zijn om de luiken open te zetten. Zelfs als je weet dat er iemand bij je is, die met zachte ogen meekijkt.

Ik liet het verhaal destijds drukken als klein boekje, met kartonnen bladzijdes en zachte kaft. Achterop schreef ik:
“De zigeunerwagen van Sophie is een sprookje over moed, verbinding en acceptatie. Het is geschreven voor mezelf. Een cadeau om de reis van de NLP Master Practitioner te blijven herinneren.”
En precies dát is wat het nog steeds is; een cadeau. En nu geef ik het aan jou. Veel lees plezier en misschien herken jij iets van jezelf erin.
Misschien ben jij Sophie. Of misschien ken je Timmy.
Het verhaal – De zigeunerwagen van Sophie
Het is lente.
Ergens in het oosten van een land, ver weg van hier, lossen de eerste zonnestralen de ochtenddauw op het bosgazon op. Aan de rand van het gazon zit een zigeunermeisje huilend op een steen. “Wat moet ik nou?” snikt ze.
Sophie is helemaal alleen haar zigeunerwagen aan het verbouwen. Van buiten ziet het er al mooi uit: de wielen recht, de deur met zo’n ronde boog — en die kleuren! Je kunt er niet omheen: paars, groen en rood.
Tijdens de bouw had ze wel wat blauwe plekken opgelopen. En die splínter… wat fijn dat die eruit was. Met een traan in haar ooghoek kijkt Sophie naar de pleister die ze over de wond heeft geplakt.
Ze wist het even niet meer.
De binnenkant van haar zigeunerwagen was nog één grote zooi: scheve balken, een aflopende vloer, stoffig en lelijk grijs. Gelukkig had ze de ramen goed dichtgetimmerd. Van buiten kon je de grauwe binnenkant dus niet zien.
Ze herinnert zich het klussen met Maurits.
Hij had haar veel geleerd: zwaluwstaartjes maken, vloeren leggen — en vooral het stutten, zodat je geen extra handen nodig had tijdens het klussen. Dat was heel handig en had ze al vaak gebruikt. Alleen nu… nu wist ze het even niet meer. Iets met de binnenkant.
“Maar… maar… waar moet ik nou beginnen?” snikt Sophie.
Timmy, het roodborstje dat al een paar jaar met Sophie meereist, bestudeert haar aandachtig. Hij laat zich uit de boom vallen en landt parmantig op Sophie’s schouder.
“Wat is er?” vraagt hij rustig.
“Ik weet het even niet meer, Timmy,” snikt Sophie. “De buitenkant is al zo mooi… maar hoe, hoe moet ik nou met de binnenkant beginnen?”
“Oh? Hoezo?” reageert Timmy verbaasd.
“Maurits zou me daar eigenlijk mee helpen. Toen hij weg was, heb ik de ramen maar dichtgetimmerd,”
verzucht Sophie.

Timmy, die Sophie al langer kende, begreep heel goed waarom ze dat had gedaan. Maurits was ook ineens weggegaan — zonder iets te zeggen. Nu zaten de luiken van Sophie’s wagen potdicht.
“Heej… Sophie…,” tjilpt Timmy voorzichtig, “Kan je je voorstellen dat als je jouw luiken dichtgetimmerd laat, je uiteindelijk niemand op bezoek krijgt?”
Dat snapte Sophie wel.
“En,” tjilpte hij nóg voorzichtiger, “ben je bereid ze íétsjes te openen, zodat ik ook af en toe naar binnen kan?”
Sophie hoorde wat Timmy aan haar vroeg. Ze voelde dat het goed was, keek hem in zijn donkere ogen aan en zei: “Ik neem de koevoet en begin gewoon!”
“AUW!” In een schrikreactie gooit Sophie de koevoet van zich af.
“Hé, wat is er?” vraagt Timmy. Sophie kijkt naar de pleister op haar hand. Met een ferme ruk trekt ze hem eraf.
Waar de splinter had gezeten, was een flinke bult ontstaan. “Hè… hoe kan dát nou? Ik had die splinter er toch uitgehaald?”
Timmy hoort de verbazing in Sophie’s stem. “Zullen we anders samen even kijken?”
Omdat de wond alweer was dichtgegroeid, vond Sophie het fijn dat Timmy haar hielp. Met zachte stem en in volle rust tjilpte hij: “Maak het maar weer een beetje open, Sophie, hier heb je een pincet.”
Met trillende, zwetende handen houdt Sophie het pincet vast. Hier ga je dan, denkt ze bij zichzelf.
En toen zag ze het. Een héél klein stukje van die grote splinter was achtergebleven — en gaan etteren.
“Kom maar” moedigt Timmy haar aan. Hij houdt Sophie’s hand vast, en met een duw en een trek komt het laatste stukje naar de oppervlakte. Sophie kijkt verwonderd naar haar hand. “Goh… dát lucht op!”
Met nieuw gevonden vastberadenheid grist Sophie de koevoet op. Met haar krullen in de wind trekt ze aan de luiken. Met een sierlijke zwaai openen ze, en dwarrelt het stof vanuit haar zigeunerwagen naar buiten.
“Zo,” zegt Sophie kordaat, “nu begin ik écht!”
Een jaar later. De lente is opnieuw in aantocht.
De zomerzon van vorig jaar heeft de kleuren van Sophie’s wagen vervaagd. En daardoor zijn ze nóg mooier geworden dan dat ze al waren. Op het bosgazon bij Sophie staan Frits, Petra, Moniek en vele anderen. Ieder met een nog gekkere wagen dan die van Sophie.
Het is best een beetje koud en toch heeft Sophie haar zigeunerhuis wagenwijd openstaan. De frisse wind waait lekker door haar hut.
Timmy zoeft naar binnen en komt op Sophie’s magnifieke scheve nachtkastje zitten. Een beetje tussen slapen en wakker worden, mijmert Sophie voor zich uit.
“Waar denk je aan, lieve Sophie?” vraagt Timmy.
Sophie kijkt naar haar hand en bewondert haar pastelgelakte nagels. De bult waar ooit de splinter zat, is weg. Zachtjes strijkt ze over het kleine litteken dat is achtergebleven.
“Weet je nog, Timmy? Weet je nog, die keer dat je me hielp met die splinter? Ik zal het me altijd met een warm hart herinneren.”
“Oh,” bloost Timmy, “Graag gedaan hoor! En nu húp: uit de veren jij!” tjilpt het roodborstje vrolijk terwijl hij wegvliegt.
Met een glimlach op haar gezicht komt Sophie overeind. Het wordt een mooie dag vandaag. Rustig aan, eerst maar eens een drankje in de ochtendzon, belooft ze zichzelf.
Genietend van haar zwarte koffie zit het zigeunermeisje stilletjes op een steen.
Uit een van de buurwagens klinkt een liedje.
Ze wiegt rustig mee.
Ze geniet.
Ze is gelukkig.
Ze is vrij.
Ze is.
Heb je iets herkend in dit ‘De zigeunerwagen van Sophie’ verhaal, al is het maar een flard?
Laat het gerust even sudderen. Misschien raakt het iets waarvan je dacht dat het allang verdwenen was.
En mocht je denken: dit zou iets zijn voor haar… of hem… Deel het dan gerust met iemand die op dit moment misschien ook een klein sprookje kan gebruiken.
Voel je welkom om verder te mijmeren. In stilte. Of samen.